Tag archieven: kleur

Kempen & Company

Kempen & Company – Speciale editie PAN Amsterdam 2005 – In het Spoor van Gauguin

Maria Neefjes bij Kempen & Co
Maria Neefjes bij Kempen & Co

De kunstcollectie van Kempen & Company bevat naast meubelobjecten uit vervlogen tijden ook werk van hedendaagse kunstenaars. Eén van hen is de Haagse kunstschilder Maria Neefjes.

In de Zonnezaal van Kempen & Co, de grootste vergaderzaal van de bank, hangen twee doeken van de kunstenaar Maria Neefjes, die allebei uit 1990 dateren. Ze ziet haar werken na jaren voor het eerst terug, maar vertelt erover alsof ze gisteren pas de finishing touch heeft aangebracht.
“Ik maak landschappelijke schilderijen, ook wel met mensen erop, maar altijd een slag vertaald.”
Al heel jong wist Maria Neefjes wat ze wilde worden. Waar leeftijdgenootjes droomden van een conventionele carriere stond het voor haar vast dat ze zou gaan schilderen.
“Overal en altijd zat ik om me heen te kijken en probeerde ik wat ik zag via mijn handen in beelden te vertalen.”
“De professionbele kunstenaar kan dat moment van inspiratie heel geconcentreerd en observatief terughalen”
Die drang tot schilderen is nooit meer overgegaan. Maria Neefjes werkt iedere dag, zomer en winter. Op reis gaan altijd een schetsboek en een schriftje mee, waarin zij nieuwe indrukken en landschappen in snelle lijnen vastlegt en soms ook woorden optekent om daarmee later, eenmaal thuis, die inspirende momenten in haar herinnering terug te roepen. Want ze heeft de concentratie en de stilte van haar Haagse atelier nodig om te werken. Het kenmerkende verschil tussen een zondagsschilder en een professioneel kunstenaar?
“De kunstenaar kan dat moment van inspiratie heel geconcentreerd en observatief terughalen en bekijkt met een zekere distantie wat er visueel mee te doen is.”
Credo
In haar manier van werken is Maria Neefjes beinvloed door Paul Gauguin. Het credo van de Franse impressionistische kunstschilder dat elke plek in een schilderij belangrijk is, spreekt haar aan.
“Er was bij Paul Gauguin geen sprake van een achtergrond die dienstbaar is aan een voorgrond die het verhaal vertelt. Dat wil ik ook in mijn eigen werk. Alles op het doek is belangrijk, onderdelen moeten elkaar aanvullen of meenemen in een zekere vaart, maar elkaar niet beconcurreren. Wat ik verder in Gauguin bewonder, is zijn vermogen om grote, bijna abstracte doeken toch aan hun details te laten toekomen. Een goed schilderij heeft niet alleen de grote lijn, maar zoemt hier en daar in op details”.
In de werken die Kempen & Co van Maria Neefjes heeft aangekocht, zijn de details onder andere te zien in het “schrift”, de manier waarop er geverfd is.
“Ik werk in mijn doeken met gelaagdheid en door die transparante lagen ontstaan dan nieuwe kleuren”.
Wijzend naar het werk met de gele tinten “Het Huis”, zegt Maria Neefjes:
“Dat geel is echt de kleur van God, een soort goud. In het centrum staat een Gelukkig Huis van waaruit je de wereld in dwaalt. Zo zou een huis moeten zijn, als een uitvalsbasis waar je steeds naar terugkeert en waar je steeds weer dingen toelaat. Het andere doek, “Citadel” genaamd, is veel ernstiger. Het gaat ook over een plek van waaruit je leeft, maar het is beschermder en bijna onneembaar, zoals een citadel ook moet zijn”.

* * * Kempen & Company – Special edition PAN Amsterdam 2005 – In the footsteps of Gauguin

The art collection of Kempen & Co contains items of furniture from the past and work of contemporary artists. One of them is the painter from The Hague Maria Neefjes. Two works of Maria Neefjes, both dating from 1990, hang in the Zonnezaal or Sun room of Kempen & Co, the largest of the bank’s conference rooms.
She sees her work again for the first time in years, but talks as if she put the finishing touches to them only yesterday. “I make landscape-like paintings, sometimes with people in them, but always slightly refracted.” From an early age onwards Maria Neefjes knew what she wanted to be. While contemporaries dreamt of conventional careers, for her it was obvious that she would paint.
“I was always looking everywhere around me, trying to convert what I saw, through my hands, into pictures.”
“The professional artist can retrieve that moment of inspiration in a highly concentrated and observing way”
The urge to paint never left her. Maria Neefjes works every day summer and winter. When she travels her sketchbook and notebook always accompany her recording her impressions and landscapes with quick strokes and sometimes words which can recall to mind those moments of inspiration once she returns. She needs the concentration and tranquillity of the Hague studio to be able to work. The defining difference between an amateur and a professional artist? “The artist can recapture that moment of inspiration in a highly concentrated and observing way and can look with a certain distance at what you can do with it visually.”
Credo
Neefjes has been influenced in the way she works by Paul Gauguin. The credo of the French impressionist painter, that each spot in a painting is important, appeals to her. “In Gauguin there was no question of a background being subservient to a foreground that relates the story. That’s what I want to achieve in my own work. Everything on the canvas is important; the individual parts must complement one another or carry each other a long with a certain velocity without upstaging each other. What I also admire in Gauguin is the ability to allow the details a life even in large, almost abstract canvases. A good painting has not only a major line but zooms in as well on the details”.
In the works Kempen & Co has acquired from Maria Neefjes the details are to be seen for one thing in the “writing”, the way the work has been painted. “I work with layers on my canvases and through those transparent layers new colours arise”.
Pointing to the work in shades of yellow “Het Huis” (The House), Neefjes says: “that yellow is really the colour of God, a kind of gold. In the centre there is a Happy House from where you wander into the world. That’s how a house should be, a house which is a kind of base camp to which you keep returning and where you keep on allowing things to happen. The other work called “Citadel” is much more serious. This is about a place where you live, but it is more protected and practically impregnable, like a citadel should be”.

B & W van Zaragoza over Maria Neefjes

Door het gemeenschappelijke culturele erfgoed dat we bezitten, zijn de schilderijen van Maria Neefjes voor ons heel vertrouwd en herkenbaar en ook dankzij haar geheimzinnige thematiek en de duidelijk oosterse invloeden die eruit spreken. Deze zijn overigens met een zekere chromatische uitdrukkingsvaardigheid neergezet, waarin we niet alleen de geschiedenis van de westerse schilderkunst van de laatste eeuw kunnen herkennen, maar ook een zeer veelzijdige, fantasievolle, dromerige, en enigszins ongetemde artistieke persoonlijkheid. Deze kwaliteiten heeft Maria Neefjes vanuit haar vaderland Nederland voor ons meegenomen om ze gul aan alle bewoners van Zaragoza te schenken, zodat zij ervan kunnen genieten via haar emotievolle schilderwerken waarvan de mysterieuze schoonheid niemand onberoerd zal laten.

Joé Atarés Martínez, Burgemeester van Zaragoza

Matador
Matador

II
Uit de figuren, gewoonlijk denkbeeldige portretten of misschien interpretaties van bekende gezichten, en uit de in verbluffende kleuren gehulde bloemen en geheimzinnige, fragmentarische scènes, waarin de natuur – wild of op z’n minst onbedwongen – al haar pracht en praal toont maar ook verborgen melodieën en nimmer ontcijferde legendes oproept, spreekt een leven vol hartstocht, beheerste rust en mateloze dromen, waarmee wij ons zonder probleem kunnen identificeren.

Maria Neefjes leeft en schildert met het zoete enthousiasme en de vastberadenheid van diegenen wie een heldere, onstuitbare roeping gegeven is. Al haar werk lijkt een onophoudelijke viering van het bestaan, met alle mogelijke vrolijke gebeurtenissen en bittere ervaringen, misschien omdat je alleen maar iets kan delen of van iets kan genieten als dat tot op het bot is doorvoeld.
Deze diepdoorvoelde oprechtheid, deze drang om de juiste stiltes en de exacte lijnen te zoeken om de potentiële tekening van onverwachte illusies af te bakenen, dat vermogen om elke dag weer te ontdekken wat er te ontdekken valt, zijn meer dan genoeg redenen om het creatieve werk van Maria Neefjes onvoorwaardelijk te bewonderen. En wellicht dat haar werk beoogt ons op een nieuwe manier te laten kijken naar wat we al als gezien veronderstellen maar wat we echter nauwelijks echt kennen of voelen.

Een zo onvergetelijke ervaring bewijst nog eens, als dat nodig zou zijn, dat de schilderkunst sterker leeft dan ooit en ons nog steeds verrassingen en velerlei genot kan verschaffen, vooral wanneer, zoals in dit geval, zij ons in de gelegenheid stelt om gevoelens, muziek en dromen tot leven te wekken die wij altijd al wel in ons hadden maar die door routine en zelfgenoegzaamheid in vergetelheid zijn geraakt.

We willen Maria Neefjes bedanken voor de moed en de edelmoedigheid die zij heeft getoond om met haar prachtige schilderijen naar Zaragoza te komen met de enige, belangeloze intentie dat wij ze leren kennen en ervan genieten. Zij is ongetwijfeld van mening dat wij zo, net als zij, ons zelf beter leren kennen en andere manieren vinden om van het leven te genieten.

Verónica Lope Fontagné, wethouder van Cultuur, Sociale Zaken en Jeugdzaken

Simon Werenfried over Maria Neefjes

ALS EEN JALOERSE MINNAAR
Onder de grote eiken en kastanjebomen van het Huygenspark in het oude centrum van Den Haag, wandel ik naar het huis waar Maria Neefjes werkt en woont. Ze verwelkomt me in haar witte schildersjas en heeft een fluwelen lint in haar lange vlecht. In het papier-atelier zien hoge ramen uit over het parkje. Hier staan vrachten boeken, allemaal over het vak, over tuinen en torens en boven het bureau een enorme collectie muziektapes. Overal prikborden met meest uiteenlopend “visueel voer”. Op haar binnenplaats vol groen en bloemen, liggen vijf donker granieten platen in een strenge reeks en daar staat ook het schildersatelier. Een kat met een onbenullig baby-roze neusje, bekijkt ons vanonder een oude perenboom. In het schildersatelier heerst een prettig nonchalante orde. Geuren van olieverf en Franse terpentijn. Een hoge glaswand op het noorden voorziet in het gelijkmatige licht waar schilders zo dol op zijn. Op mijn vraag waarom toch alles in haar leven om het schilderen draait, schiet ze in de lach en zegt: “Schilderen is als een jaloerse minnaar, het verdraagt er eigenlijk niets naast.”

Maria Neefjes aan het werk in haar atelier
Maria Neefjes aan het werk in haar atelier

DE VERWONDERING
-Waarom heet de tentoonstelling: “DE VERWONDERING”?
In mijn hart ben ik nooit ouder geworden dan 11jaar, kinderlijk verwonderd en nieuwsgierig naar alles. Ik kijk langs de dingen: zoek het licht dat om vormen speelt, hoe vorm en ruimte elkaar beïnvloeden, wat kleur doet. Telkens ben ik weer verwonderd over de hevige ontroering die dat teweeg kan brengen.
– Wie zijn je voorbeelden?
Ik sta stevig geworteld in de Europeese Schilderstraditie. Waar te beginnen? Bij de Vlaamse Primitieven, Vermeer of Velasquez, die me allen zo dierbaar zijn? Van hen leende ik de tempera/olieverftechniek. Uit vele heerlijke voorgangers zal ik een paar -voor mij belangrijke- 20e eeuwers noemen. Gauguin leert dat kleur en vorm als eigen grootheden mogen stoeien met ruimte en diepte. Bonnard toont dat het alles overspoelende licht de dienst uitmaakt in een schilderij, het is de huid, het bepaalt de sfeer. Picasso laat zien dat het niet nodig is om vormen tot grotere abstractie te vertalen om los te komen van de directe werkelijkheid.
Maria Neefjes doeken
Maria Neefjes doeken
– Wat is de tempera/olieverf techniek?
Ik noemde al mijn bewondering voor de Oude Meesters. Ik gebruik dezelfde heldere, gelaagde olieverf-techniek als bijvoorbeeld Vermeer. Over tweemaal gewit en geschuurd linnen en de eerste opzet met matte sneldrogende tempera-verf, komt een laag gekleurd vernis: de imprimatuur. De kleur van deze imprimatuur heeft invloed doorheen alle volgende lagen. Ik schilder verder met olieverf in verschillende lagen. De verf ligt over elkaar, maar mengt zich niet, zodat kleuren niet vertroebelen. Door die gelaagdheid krijg je ook een dubbele breking van het licht, waardoor kleuren gaan gloeien en stralen, heel intens.
Imprimatur
Imprimatur
– Hoelang werk je aan een schilderij?
Hoewel ik elke dag in het atelier ben, duurt het maanden voor een schilderij klaar is. Dat komt niet alleen doordat tussen het aanbrengen van verschillende lagen verf gewacht moet worden tot alles droog genoeg is om verder te gaan, maar meer nog omdat het werk ontstaat terwijl ik schilder; toevoeg, weghaal en verander. Elk schilderij stelt zijn eigen eisen, gaat over meer dan alleen een persoonlijk uitgangspunt en daar kom ik pas schilderend achter. Een werk is af wanneer ik het herken als vanzelfsprekend: Ja, zó en niet anders moet het zijn.
-Je werk is niet altijd zo eenvoudig als het op het eerste gezicht lijkt.
Ik neem de vrijheid om tegenstrijdig te zijn en veranderlijk. Daardoor vormen mijn schilderijen een onvoorspelbaar beeldverhaal en dat vind ik spannend. Want alles beïnvloedt elkaar; ook in ons leven staat geen gebeurtenis of herinnering op zichzelf. Mijn vaak wilde ideeën ontstaan impulsief. Ik ga uitersten niet uit de weg, terwijl ik tegelijkertijd verlang naar samenhang en harmonie. Zo combineer ik in mijn schilderijen verschillende perspectieven en bewegingen; vormen en lijnen lopen dooreen, onderliggende schilderingen doen nog andere werelden vermoeden. Op die manier is mijn werk zeker gecompliceerd.
Werken in de bergen
Werken in de bergen
– Hoe ziet je leven er uit?
In zijn brieven roemt Vincent van Gogh “het zilte licht van Den Haag” en ik kan dat alleen maar volmondig beamen. Ik ben blij hier bij de Noordzee te wonen, direct achter de duinen, met die bijzonder diffuse helderheid. ‘s Zomers blijf ik hier, genietend van lange dagen met schitterend licht, uitstekend geschikt voor de bewerkelijke olieverf-techniek waarin ik schilder. De deuren van het papier- en het schildersatelier staan open naar een binnenplaats waar het opmerkelijk stil is. Na de werkdag is er nog genoeg tijd over om naar zee te gaan en te genieten van de verrukkelijke, urenlange zomerse schemering. ‘s Winters als de dagen hier kort zijn, werk ik meestal kleiner en op papier. En dan ga ik ook op reis, waarbij ik schetsen en aantekeningen maak die ik later – in de rust van het atelier- verwerk.
– Waarover schilder je?
Qua thema komt alles aan bod. Ik gebruik wat ik zie, maar ook herinneringen, verhalen en mensen, muziek of gesprekken. Zelfs geuren kunnen de aanzet zijn tot een schilderij. Mijn werk vertelt geen eenduidig verhaal en ik voel zelden behoefte om iets uit te leggen of te verklaren; het Raadsel is mij liever dan de Oplossing. Het Raadsel houdt alles open, met een Oplossing eindigt de ontdekkingsreis en daarmee het avontuur. Schoonheid raakt mij diep en ik ben erop uit haar in mijn werk te vinden. Kleuren en licht, vormen en beweging, precies daarmee moet het gebeuren en de twee dimensies van het schilderij zijn me genoeg, want binnen dat venster heb ik uitzicht op de hele wereld.
Werken in Italië
Werken in Italië

* * *
In de loop der jaren ontstond een steeds groter wordende kring van bezitters en verzamelaars van haar werk. De bijzondere selectie schilderijen voor de tentoonstelling in Zaragoza is mede mogelijk gemaakt doordat een aantal van deze bezitters werk in bruikleen afstond. Het gaat veelal om werk dat direct uit het atelier werd verkocht en daardoor niet eerder is geëxposeerd.
Zaragoza Palacio Montemuzo 2002
Den Haag, 16 oktober 2001 V. Simon Werenfried

Dr. Lyckle deVries, kunsthistoricus, over Maria Neefjes

Maria Neefjes op reis
Maria Neefjes op reis

Maria Neefjes reist veel. Tijdens haar reizen noteert ze in getekende dagboeken, wat haar treft. Vaak zijn het details: schaduwpatronen of gebladerte, bijvoorbeeld, maar soms ook strukturen – twee, drie lijnen die de slaperdijken uit het groningse landschap isoleren. Dichterlijke en voor een buitenstaander onbegrijpelijke kleurnotities staan bij de korrelige potloodlijnen. Uit die reisnotities, maar ook wel uit andere gebeurtenissen komen thema’s naar voren die het beginpunt van een nieuw schilderij kunnen worden.

Dat nieuwe werk wordt opgezet, lang nadat de reis voltooid, het boek gelezen, het gesprek beëindigd is. Reizen stimuleert tot afstand nemen, zegt Maria, en door haar manier van werken buit ze die afstand uit. Ze werkt langzaam, laag voor laag, in een gecompliceerde techniek. Elke laag moet drogen, voor de volgende kan worden aangebracht, zodat de creatieve bevlogenheid wordt afgewisseld met reflectie. Afstand nemen, bespiegelen, vergelijken – ze laat zichzelf geen andere keuze.

“Verwondering en verlangen, daarover gaat mijn werk”, schrijft Maria Neefjes. Verlangen strekt zich uit over een afstand in tijd of ruimte. Verwondering is het gevolg van een onverwacht ontstane distantie, een niet eerder ervaren benadering, een nieuw gezichtspunt bij de hernieuwde confrontatie met het onvoltooide werk.

De aaneenschakeling van emoties en ervaringen in het ontstaansproces leidt tot een uiterst gecompliceerd resultaat. Uit een summiere opzet komen steeds meer nuances naar voren. Wie goed kijkt, voelt de spanning tussen de monumentale hoofdvorm en de doorwerkte details. Wie goed kijkt, herkent waarschijnlijk meer dan de helft van alle lagen die elkaars kleuren beïnvloeden. Verbijzondert de structuur zich in duizend kleurgebiedjes? Of werken duizend eilandjes kleur samen, om een compositie op te bouwen?

Neefjes Meisjes papavers
Maria Neefjes – Meisjes papavers

Wie kijkt naar de schilderijen van Maria Neefjes, wordt gedwongen tot diezelfde mengeling van emotie en reflectie, van in het doek willen kruipen en er afstand van nemen. De toeschouwer wil niet alleen over haar schouder meekijken als ze iets maakt, maar ook met haar meedenken en meevoelen als ze iets gemaakt heeft. Zo komt hij toch weer op de plek waar hij hoort: tegenover het schilderij, dat zo verdomde eigenwijs is, omdat het teken naar eigen inzicht is gaan leven. Maria Neefjes maakt het ons niet gemakkelijk, overigens, evenmin als zichzelf. Wie in zo’n verfijnde techniek begint aan een doek van 6 meter hoog, die heeft moed. Wie dat doek als thema geeft: “De Tijd” die durft alles. Wie van zo’n werk een van haar mooiste schilderijen maakt, kan heel erg veel. “Tijd”: een zwaar beladen onderwerp, dat emoties los maakt, maar dat niet alleen met emotionaliteit gehanteerd kan worden. Volgens mij tikt dat thema in je hele werk.

Ik zou willen zeggen, dat Maria Neefjes aansluit bij een Noordelijke lijn, die via Dürer en de Hollandse zeventiende eeuw doorloopt tot in onze tijd. Hoe mooi haar schilderijen ook zijn, ze beperkt zich niet tot de sierlijke, lege vorm, zoals Giambologna. Ze maakt geen kunst die alleen over het maken van kunst gaat, zoals die van – nogmaals – Giambologna of – een ander voorbeeld – Andy Warhol.

Maria Neefjes kiest ook niet voor het concept, dat zijn vorm als een last met zich meesleept. Haar “Bildgedanken” zijn niet tot taal te reduceren, of tot een vorm die door een assistent zou kunnen worden uitgevoerd. In haar schilderijen is haar eigen hand te herkennen die een persoonlijk schrift neerzet, waarin een idee geleidelijk aan zichtbaar is geworden. Dat idee bestaat nooit los van de werkelijkheid, waarin ze haar uitgangspunt vindt. Uit de traditie komt de schildertechniek die Maria Neefjes toepast en die haar dwingt tot een langzame en bedachtzame werkwijze. De gelaagdheid en doorschijnendheid van de kleur op haar doeken komt voort uit een denkproces dat tegelijkertijd een handelingsverloop is. Ook haar onderwerpen komen uit de traditie: landschappen, tronies, stillevens, mythologische en religieuze thema’s. Ze hebben te maken met reizen en ontmoetingen en ze wisselen elkaar vrijelijk af. Om nogmaals Dürer aan te halen: Ein verstendiger, geübter Künstner … kan sein grossen Gwalt und Kunst … mer erzeygen … in geringen Dingen, dann mancher in seinem grossen Werk.

Men zou moeten onderzoeken hoe geringe Dingen en grosses Werk zich tot elkaar verhouden in Maria Neefjes’ werk. Wat mij daarin fascineert, is de spanning tussen de grote vorm die heel voorlopig in de eerste schets is aangeduid en de rijkdom aan détails die daar in het werkproces uit voortkomen. Zoals ik al aangaf, liggen de détails naast èn over elkaar. Elke penseelstreek maakt een deel van het oorspronkelijke plan onzichtbaar, wijzigt het, compliceert het. Uiteindelijk ontstaat een ragfijn evenwicht, waarbij de toeschouwer gedwongen wordt zijn aandacht telkens heen en weer te laten gaan tussen de détails die tot een geheel versmelten en het totaal dat zich in duizend détails verbijzondert. Wie zich de rust gunt om zo te kijken kan (tot op zekere hoogte) volgen hoe de denkende hand van Maria Neefjes iets monumentaals heeft gemaakt van zoiets kleins als een bloesemtak en hoe zij zoiets groots als het licht op Schiermonnikoog kan evoceren met talloze vlakjes kleur.

Wie zo gelukkig is een werk van Maria Neefjes te bezitten (en ik spreek uit ervaring) kan het Albrecht Dürer na zeggen, zonder gevaar voor misverstanden: “Dieses Bild hat Maria mir geschickt . . . . . dit schilderij heeft Maria Neefjes voor mij gemaakt om mij iets van haar denkende hand te laten zien en van haar schilderende geest en van de wereld waarin ze leeft”.

Dr. Lyckle deVries, kunsthistoricus

Roos van Put over Maria Neefjes

Maria Neefjes - Tulpen
Maria Neefjes – Tulpen
Ze spreekt bedachtzaam, denkt na over elk woord.

“Ik ben vrij naief en leg me graag neer bij raadsels; in de oplossing ben ik niet zo geinteresseerd.”

“Het is het mooiste vak in de wereld, het is een leven naast het gewone leven. Het is ook een onschuldig vak, je doet er niemand kwaad mee, hoogstens jezelf, als bepaalde dingen met het schilderen niet lukken.”

En wanneer ze de inhoud van haar werk moet duiden:

“Mijn inspiratie komt voort uit geluksmomenten in mijn leven.”

Licht en intens kleurgebruik?

“Die twee belangrijke elementen begeleiden me al vanaf mijn vroegste jeugd; ik ben opgegroeid in Noordwijk aan Zee en leefde als kind in het bijzondere Noordzeelicht en ook nog eens bij de de bollenvelden. Cadmium geel en cadmium rood waren ‘normale’ kleuren in dat land!”

Haagsche Courant 2004, Roos van Put

Maria Neefjes is op haar best, wanneer zij zonder reserve de diepste gevoelens op het doek in kleur en vlak vertaalt. Schilderkunst en passie vallen dan samen – Flora Stiemer, kunsthistorica (Algemeen Dagblad)

Alexander Münninghoff over Maria Neefjes

MARIA NEEFJES EN HET HAAGSE LICHT

Maria Neefjes houdt van schilderen. En van Den Haag. Het licht in de residentie, de mensen die goed bezig zijn maar dat niet van de daken schreeuwen, de ingetogenheid die de stad uitstraalt: het zijn zaken waarmee ze kunstzinnig prima uit de voeten kan.

‘Als je hier het strand opgaat, en je ziet die absoluut unieke kleurschakeringen van de Noordzee, dat is fantastisch gewoon.’

Samen met haar zuster, de schrijfster Margriet de Moor, kwam Maria Neefjes naar Den Haag. Zij ging naar de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, Margriet naar het Conservatorium.

“We kwamen van Noordwijk en wisten van niks. Zo provinciaals, dat kun je je niet meer voorstellen. Margriet en ik betrokken samen een appartement aan de Denneweg. Zoals we thuis in Noordwijk gewend waren, lieten we de deur ‘s nachts gewoon aanstaan. Op zekere nacht hoorden we gestommel op de trap; we kropen nog dieper onder de dekens. Maar het was de politie, die ons op het hart drukte de zaak af te sluiten. Dat soort dingen.”

“Vaak zaten we met een hele groep bij iemand op het atelier te luisteren naar een concertje door vrienden van het conservatorium. Of we discussieerden tot drie uur in de nacht – gepassioneerd – over kunst. Met niet meer dan een pot thee hoor. Want niemand had een stuiver te makken. Dat hoorde erbij; we gingen toen helemaal op in het perspectief van het nieuwe, en het materiële kwam op de tweede plaats.”

Het wezen van Den Haag?

“Deze stad hoort stil te zijn en is dat nu ook. Dat afzijdige, dat staat me wel aan. Maar intussen wordt hier goed gewerkt. Alleen wordt dat minder van de daken geschreeuwd.”

“Schilderen is erg aards”, vind Maria Neefjes, “je bent met je handen bezig, met grondstoffen, met verf.”

“Als ik op reis ben – en reizen vormen een van mijn grootste inspiratiebronnen – dan verricht ik altijd bodemonderzoek. Stenen, kiezels, schelpen: ik neem ze mee en leg ze neer in mijn atelier.”

Doorgaans, zo legt ze uit, werkt ze in blokken van tijd en thematiek.

“Meestal drie à vier maanden, maar dan ook verschrikkelijk intensief. En altijd in de lente en de zomer, want licht is van doorslaggevend belang. Het licht in Den Haag en omstreken is iets bijzonders. Als je hier het strand opgaat, en je ziet die absoluut unieke kleurschakeringen van de Noordzee, dat is fantastisch gewoon”.

“In de winter, als er minder licht is, maak ik mijn reizen. Ik heb al vroeg in mijn kunstenaarsleven gemerkt hoe belangrijk licht is en hoe verschillend het kan zijn. Voor het eerst zag ik dat, in al zijn glorie, tijdens een bezoek aan Portugal, in de streek rond het klooster van Beja. Die wonderlijke gloed die daar heerste! En na verloop van tijd weet je dat er bepaalde delen van de dag zijn waarop je vooral naar de lichtval en -intensiteit moet kijken. Tussen twaalf en twee bijvoorbeeld heeft dat, zeker in zuidelijke landen, geen enkele zin. Dan is het licht veel te plat. Ik vind het dan ook verstandig dat de meeste mensen in die periode hun siësta houden.”

Maria Neefjes maakt toegankelijk werk dat in de loop der jaren veel erkenning heeft gevonden en op tal van exposities te zien is geweest: van Amsterdam tot Hong Kong, van Denemarken tot Amerika en, recentelijk in de Galeria Principal Montcada in Barcelona. Het is werk dat opvalt door kleur, aardsheid en fascinerende sensualiteit. Het bijt niet, maar streelt. Het is niet beangstigend maar hartverwarmend.

“Ja, ik ben iemand voor harmonie. ‘En God zag dat het goed was’ – die zin hoort bij mij.”

DE WIJDE BLIK

Meisjes van Valmondois
Maria Neefjes – Meisjes van Valmondois

In het atelier van Maria Neefjes staren de ‘Meisjes van Valmondois’ de bezoeker aan met een blik die zowel langoureus als vol verwachting lijkt te zijn. Typisch de blik van jonge meisjes op de rand van het vrouw worden in hun laatste fase van weerloze onschuld.

Het blijkt een herinnering aan Maria’s eerste buitenlandse reis, samen met haar zuster Margriet. De dames waren toen 16 en 18 jaar oud en gingen een hele zomer logeren bij een vriend van hun vader die in het plaatsje Valmondois onder Parijs, een buitenhuis had.

“We verbleven daar in louter vrouwelijk gezelschap; vier dochters, een Duitse vriendin en mevrouw zelf, aangezien meneer alleen in de weekends uit Parijs overkwam. We lazen, musiceerden (in elke kamer stond een piano!) speelden tennis en vooral: we spraken eindeloos veel met elkaar. Over onze toekomst, over hoe alles zou zijn. Margriet en ik waren beiden vast van plan om hartstochtelijk te leven.”

Het is een herinnering om jaloers op te zijn, die tegelijkertijd landerige en tedere weken op het zondoorstoofde Franse platteland. En Maria is het kennelijk nog lang niet vergeten, want zij maakte dit schilderij nu pas, in 2001. Kleur en compositie van het doek maken het gemakkelijk om ook na een handjevol decennia dat dromerige meisjesboudoir van toen binnen te stappen. Zonder overigens ook maar een stap dichter bij de geheimen van het zusterverbond te komen.

Het ‘zusjesthema’, zoals zij dat zelf noemt, komt bij Maria Neefjes geregeld terug. “In die die zusjesportretten, kun je onze familietrekken enigszins herkennen met die hoge jukbeenderen en de neus, hoewel ik nooit naar gelijkenis streef. Het gaat om de sfeer en de emotie, het gelaat is dienstbaar als overbrenger van wat er zich allemaal om ons heen afspeelt. Ik schilder wel gezichten, maar maak die ondergeschikt aan het schilderij dat me voor ogen staat, aan de kleur en het licht. En zo hoort het ook, uiteindelijk gaat het om het schilderij. Vaak ben ik erop uit een gezicht vooral anoniem weer te geven en kom daardoor nog weleens uit bij de archetypen van de klassieke beelden.”

Het valt op dat veel van haar portretten met een zichtbare mond vol tanden staan, de lippen enigszins van elkaar.

Maria Neefjes: “Lippen zijn mooier als ze zich ontspannen en niet op elkaar geperst zijn. En tanden vind ik spannend omdat ze zo dierlijk zijn. Schilderen is tenslotte de meest dierlijke, de meest aardse der kunsten. De wereld van het beeld is heel oer, die komt nog vóór de vertaling naar klank, vóór het formuleren van woorden.”

In haar doeken komen vaak landschappen voor die samen met de gezichten als het ware ineen vloeien tot een aangrijpend tableau. Eigenlijk schildert Maria Neefjes portretten als landschappen.

Alexander Münninghoff – Haagsche Courant: 28 augustus 1999