Tag archieven: kunst

Kempen & Company

Kempen & Company – Speciale editie PAN Amsterdam 2005 – In het Spoor van Gauguin

Maria Neefjes bij Kempen & Co
Maria Neefjes bij Kempen & Co

De kunstcollectie van Kempen & Company bevat naast meubelobjecten uit vervlogen tijden ook werk van hedendaagse kunstenaars. Eén van hen is de Haagse kunstschilder Maria Neefjes.

In de Zonnezaal van Kempen & Co, de grootste vergaderzaal van de bank, hangen twee doeken van de kunstenaar Maria Neefjes, die allebei uit 1990 dateren. Ze ziet haar werken na jaren voor het eerst terug, maar vertelt erover alsof ze gisteren pas de finishing touch heeft aangebracht.
“Ik maak landschappelijke schilderijen, ook wel met mensen erop, maar altijd een slag vertaald.”
Al heel jong wist Maria Neefjes wat ze wilde worden. Waar leeftijdgenootjes droomden van een conventionele carriere stond het voor haar vast dat ze zou gaan schilderen.
“Overal en altijd zat ik om me heen te kijken en probeerde ik wat ik zag via mijn handen in beelden te vertalen.”
“De professionbele kunstenaar kan dat moment van inspiratie heel geconcentreerd en observatief terughalen”
Die drang tot schilderen is nooit meer overgegaan. Maria Neefjes werkt iedere dag, zomer en winter. Op reis gaan altijd een schetsboek en een schriftje mee, waarin zij nieuwe indrukken en landschappen in snelle lijnen vastlegt en soms ook woorden optekent om daarmee later, eenmaal thuis, die inspirende momenten in haar herinnering terug te roepen. Want ze heeft de concentratie en de stilte van haar Haagse atelier nodig om te werken. Het kenmerkende verschil tussen een zondagsschilder en een professioneel kunstenaar?
“De kunstenaar kan dat moment van inspiratie heel geconcentreerd en observatief terughalen en bekijkt met een zekere distantie wat er visueel mee te doen is.”
Credo
In haar manier van werken is Maria Neefjes beinvloed door Paul Gauguin. Het credo van de Franse impressionistische kunstschilder dat elke plek in een schilderij belangrijk is, spreekt haar aan.
“Er was bij Paul Gauguin geen sprake van een achtergrond die dienstbaar is aan een voorgrond die het verhaal vertelt. Dat wil ik ook in mijn eigen werk. Alles op het doek is belangrijk, onderdelen moeten elkaar aanvullen of meenemen in een zekere vaart, maar elkaar niet beconcurreren. Wat ik verder in Gauguin bewonder, is zijn vermogen om grote, bijna abstracte doeken toch aan hun details te laten toekomen. Een goed schilderij heeft niet alleen de grote lijn, maar zoemt hier en daar in op details”.
In de werken die Kempen & Co van Maria Neefjes heeft aangekocht, zijn de details onder andere te zien in het “schrift”, de manier waarop er geverfd is.
“Ik werk in mijn doeken met gelaagdheid en door die transparante lagen ontstaan dan nieuwe kleuren”.
Wijzend naar het werk met de gele tinten “Het Huis”, zegt Maria Neefjes:
“Dat geel is echt de kleur van God, een soort goud. In het centrum staat een Gelukkig Huis van waaruit je de wereld in dwaalt. Zo zou een huis moeten zijn, als een uitvalsbasis waar je steeds naar terugkeert en waar je steeds weer dingen toelaat. Het andere doek, “Citadel” genaamd, is veel ernstiger. Het gaat ook over een plek van waaruit je leeft, maar het is beschermder en bijna onneembaar, zoals een citadel ook moet zijn”.

* * * Kempen & Company – Special edition PAN Amsterdam 2005 – In the footsteps of Gauguin

The art collection of Kempen & Co contains items of furniture from the past and work of contemporary artists. One of them is the painter from The Hague Maria Neefjes. Two works of Maria Neefjes, both dating from 1990, hang in the Zonnezaal or Sun room of Kempen & Co, the largest of the bank’s conference rooms.
She sees her work again for the first time in years, but talks as if she put the finishing touches to them only yesterday. “I make landscape-like paintings, sometimes with people in them, but always slightly refracted.” From an early age onwards Maria Neefjes knew what she wanted to be. While contemporaries dreamt of conventional careers, for her it was obvious that she would paint.
“I was always looking everywhere around me, trying to convert what I saw, through my hands, into pictures.”
“The professional artist can retrieve that moment of inspiration in a highly concentrated and observing way”
The urge to paint never left her. Maria Neefjes works every day summer and winter. When she travels her sketchbook and notebook always accompany her recording her impressions and landscapes with quick strokes and sometimes words which can recall to mind those moments of inspiration once she returns. She needs the concentration and tranquillity of the Hague studio to be able to work. The defining difference between an amateur and a professional artist? “The artist can recapture that moment of inspiration in a highly concentrated and observing way and can look with a certain distance at what you can do with it visually.”
Credo
Neefjes has been influenced in the way she works by Paul Gauguin. The credo of the French impressionist painter, that each spot in a painting is important, appeals to her. “In Gauguin there was no question of a background being subservient to a foreground that relates the story. That’s what I want to achieve in my own work. Everything on the canvas is important; the individual parts must complement one another or carry each other a long with a certain velocity without upstaging each other. What I also admire in Gauguin is the ability to allow the details a life even in large, almost abstract canvases. A good painting has not only a major line but zooms in as well on the details”.
In the works Kempen & Co has acquired from Maria Neefjes the details are to be seen for one thing in the “writing”, the way the work has been painted. “I work with layers on my canvases and through those transparent layers new colours arise”.
Pointing to the work in shades of yellow “Het Huis” (The House), Neefjes says: “that yellow is really the colour of God, a kind of gold. In the centre there is a Happy House from where you wander into the world. That’s how a house should be, a house which is a kind of base camp to which you keep returning and where you keep on allowing things to happen. The other work called “Citadel” is much more serious. This is about a place where you live, but it is more protected and practically impregnable, like a citadel should be”.

B & W van Zaragoza over Maria Neefjes

Door het gemeenschappelijke culturele erfgoed dat we bezitten, zijn de schilderijen van Maria Neefjes voor ons heel vertrouwd en herkenbaar en ook dankzij haar geheimzinnige thematiek en de duidelijk oosterse invloeden die eruit spreken. Deze zijn overigens met een zekere chromatische uitdrukkingsvaardigheid neergezet, waarin we niet alleen de geschiedenis van de westerse schilderkunst van de laatste eeuw kunnen herkennen, maar ook een zeer veelzijdige, fantasievolle, dromerige, en enigszins ongetemde artistieke persoonlijkheid. Deze kwaliteiten heeft Maria Neefjes vanuit haar vaderland Nederland voor ons meegenomen om ze gul aan alle bewoners van Zaragoza te schenken, zodat zij ervan kunnen genieten via haar emotievolle schilderwerken waarvan de mysterieuze schoonheid niemand onberoerd zal laten.

Joé Atarés Martínez, Burgemeester van Zaragoza

Matador
Matador

II
Uit de figuren, gewoonlijk denkbeeldige portretten of misschien interpretaties van bekende gezichten, en uit de in verbluffende kleuren gehulde bloemen en geheimzinnige, fragmentarische scènes, waarin de natuur – wild of op z’n minst onbedwongen – al haar pracht en praal toont maar ook verborgen melodieën en nimmer ontcijferde legendes oproept, spreekt een leven vol hartstocht, beheerste rust en mateloze dromen, waarmee wij ons zonder probleem kunnen identificeren.

Maria Neefjes leeft en schildert met het zoete enthousiasme en de vastberadenheid van diegenen wie een heldere, onstuitbare roeping gegeven is. Al haar werk lijkt een onophoudelijke viering van het bestaan, met alle mogelijke vrolijke gebeurtenissen en bittere ervaringen, misschien omdat je alleen maar iets kan delen of van iets kan genieten als dat tot op het bot is doorvoeld.
Deze diepdoorvoelde oprechtheid, deze drang om de juiste stiltes en de exacte lijnen te zoeken om de potentiële tekening van onverwachte illusies af te bakenen, dat vermogen om elke dag weer te ontdekken wat er te ontdekken valt, zijn meer dan genoeg redenen om het creatieve werk van Maria Neefjes onvoorwaardelijk te bewonderen. En wellicht dat haar werk beoogt ons op een nieuwe manier te laten kijken naar wat we al als gezien veronderstellen maar wat we echter nauwelijks echt kennen of voelen.

Een zo onvergetelijke ervaring bewijst nog eens, als dat nodig zou zijn, dat de schilderkunst sterker leeft dan ooit en ons nog steeds verrassingen en velerlei genot kan verschaffen, vooral wanneer, zoals in dit geval, zij ons in de gelegenheid stelt om gevoelens, muziek en dromen tot leven te wekken die wij altijd al wel in ons hadden maar die door routine en zelfgenoegzaamheid in vergetelheid zijn geraakt.

We willen Maria Neefjes bedanken voor de moed en de edelmoedigheid die zij heeft getoond om met haar prachtige schilderijen naar Zaragoza te komen met de enige, belangeloze intentie dat wij ze leren kennen en ervan genieten. Zij is ongetwijfeld van mening dat wij zo, net als zij, ons zelf beter leren kennen en andere manieren vinden om van het leven te genieten.

Verónica Lope Fontagné, wethouder van Cultuur, Sociale Zaken en Jeugdzaken

Drs. Riet van der Linden, kunsthistorica over Maria Neefjes

Denkend aan Maria Neefjes. ‘La condition humaine.’

‘Ik vraag me weleens af, hoe al diegenen die niet schrijven componeren of schilderen weten te ontkomen aan krankzinnigheid, melancholie en het gevoel van angst en paniek, dat onlosmakelijk verbonden is met het menselijk bestaan’ . Dit schrijft Graham Greene in zijn boek: ‘Ways of Escape’ (Ontsnappingsmogelijkheden).

Maria Neefjes heb ik nooit gevraagd naar het waarom, maar ik meen te weten dat voor haar hetzelfde geldt: schilderen om onverschiligheid en wanhoop te vermijden. Een poging om zich te verzoenen met de wereld. Ik heb haar vaak horen praten over het schilderen als een vorm van ascese die haar hestaan terugbrengt tot de grootst mogelijke eenvoud en in al zijn naaktheid blootlegt. Het schilderen is deel van haar wezen, een manier om zich te verstaan, met zichzelf en met de wereld om haar heen. Haar beelden komen in series, als een gestadige golfslag, een voortdurende beweging; onontkomelijk ook, zoals eb en vloed worden gedicteerd door de aantrekkende krachten van zon en maan.

‘Kijken, liefde en verdriet zijn de hoofdthema’s in mijn leven’, schrijft Maria Neefjes bij een zelfportret uit 1990. En daaraan zou ik willen toevoegen: ‘melancholie’. Melancholie over het komen en gaan van de dingen, het komen en gaan van liefde; het komen en gaan van het leven zelf.

Zo is communicatie zelden meer dan een zelfgesprek. En zo ook hier. Ik herken, of meen te herkennen in Maria Neefjes, wat ik ken van mijzelf. Maar afgezien van deze relativering, vermoed ik dat ik mij desondanks niet ver van de waarheid bevind. Het is geen toeval dat de serie schilderijen waaraan Maria Neefjes afgelopen jaar werkte de mythe van de Phoenix tot onderwerp had: een vogel die zichzelf na 500 jaar levend verbrandde om verjongd uit eigen as te herrijzen. Het thema werd ingegeven door het bericht over een brand die ‘La Fenice’ (de Phoenix), een prachtig Venetiaans theatertje dat Maria Neefjes goed kende, nagenoeg in de as legde. Er was natuurlijk de oprechte treurnis en schrik om de vernietiging van dit theater. Maar ik ben er vrij zeker van, dat Maria Neefjes de brand van ‘La Fenice’ heeft aangegrepen, om zich langdurig en intensief te kunnen bezinnen op wat bij de Fransen zo mooi heet: ‘la condition humaine’.

De werkwijze van Maria Neefjes, het schilderen in series met steeds weer dezelfde thema’s, beschouw ik als een vorm van meditatie. Een poging om zich te verzoenen met de kringloop van het leven waaraan de mens ondergeschikt is. Want, wat voor het leven in het algemeen en voor de Phoenix geldt, geldt niet voor het individu. Elk mensenleven is uniek en eenmalig en dus per definitie eindig. Desondanks leven we graag met de illusie dat de dood niet altijd een onverbiddelijk einde hoeft te betekenen. We hopen voort te bestaan via onze kinderen of geloven letterlijk in een leven na de dood. Maar ook, en dat geldt in het bijzonder de kunstenaar, hopen wij voort te leven in onze intellectuele en artistieke arbeid. Individuele uitingen van emoties, denkprocessen, observaties en esthetische opvattingen die hun zeggingskracht behouden en tot anderen spreken, ook als we er zelf niet meer zijn. Geesteskinderen die door de tijd heen een bredere context krijgen en inzicht bieden in een tijdperk als geheel. Sommigen worden ankers voor een hele periode, anderen krijgen de meer nederige maar onmisbare functie toebedeeld van humus, de vruchtbare bodem waarop door nieuwe generaties kan worden voortgebouwd.

Er zijn veel manieren om te spreken over het werk van een kunstenaar. Ik spreek hier bewust niet over ontwikkeling van stijl, compositie of techniek, maar over de drijfveren van het kunstenaarschap zelf. Wie het kunstenaarschap zo serieus neemt als Maria Neefjes en daar het zwaartepunt van haar 1even legt, stelt zichzelf geen gemakkelijke opdracht. Het betekent lange dagen in de eenzaamheid van het atelier, teruggeworpen op jezelf. Alles binnen de onzekerheid of je werk ook bestaansrecht heeft buiten de werkplaats, of er genoeg geld binnenkomt om in je onderhoud te voorzien. Onzekerheden die zwaarder gaan wegen met de jaren. Een kunstenaar wordt niet verkozen om kunstenaar te zijn, het kunstenaarschap vereist geen diploma’s en je wordt er niet of slecht voor betaald. Kunstenaar-zijn, betekent risico nemen. Een kunstenaar is een figuur in de marge van het bestaan. Een ‘nar’, die juist vanuit die niet helemaal serieus te nemen positie van zot en buitenstaander, een openheid kan creeren en een gehoor vinden voor het niet gangbare, de kracht van de fantasie. Juist van die beeldende, persoonlijk getinte logica en denkwereld van de kunstenaar, kan een heel directe en stimulerende prikkel uitgaan op de omgeving. Het gaat erom de avonturier in ieder van ons wakker te roepen.

Dr. Lyckle deVries, kunsthistoricus, over Maria Neefjes

Maria Neefjes op reis
Maria Neefjes op reis

Maria Neefjes reist veel. Tijdens haar reizen noteert ze in getekende dagboeken, wat haar treft. Vaak zijn het details: schaduwpatronen of gebladerte, bijvoorbeeld, maar soms ook strukturen – twee, drie lijnen die de slaperdijken uit het groningse landschap isoleren. Dichterlijke en voor een buitenstaander onbegrijpelijke kleurnotities staan bij de korrelige potloodlijnen. Uit die reisnotities, maar ook wel uit andere gebeurtenissen komen thema’s naar voren die het beginpunt van een nieuw schilderij kunnen worden.

Dat nieuwe werk wordt opgezet, lang nadat de reis voltooid, het boek gelezen, het gesprek beëindigd is. Reizen stimuleert tot afstand nemen, zegt Maria, en door haar manier van werken buit ze die afstand uit. Ze werkt langzaam, laag voor laag, in een gecompliceerde techniek. Elke laag moet drogen, voor de volgende kan worden aangebracht, zodat de creatieve bevlogenheid wordt afgewisseld met reflectie. Afstand nemen, bespiegelen, vergelijken – ze laat zichzelf geen andere keuze.

“Verwondering en verlangen, daarover gaat mijn werk”, schrijft Maria Neefjes. Verlangen strekt zich uit over een afstand in tijd of ruimte. Verwondering is het gevolg van een onverwacht ontstane distantie, een niet eerder ervaren benadering, een nieuw gezichtspunt bij de hernieuwde confrontatie met het onvoltooide werk.

De aaneenschakeling van emoties en ervaringen in het ontstaansproces leidt tot een uiterst gecompliceerd resultaat. Uit een summiere opzet komen steeds meer nuances naar voren. Wie goed kijkt, voelt de spanning tussen de monumentale hoofdvorm en de doorwerkte details. Wie goed kijkt, herkent waarschijnlijk meer dan de helft van alle lagen die elkaars kleuren beïnvloeden. Verbijzondert de structuur zich in duizend kleurgebiedjes? Of werken duizend eilandjes kleur samen, om een compositie op te bouwen?

Neefjes Meisjes papavers
Maria Neefjes – Meisjes papavers

Wie kijkt naar de schilderijen van Maria Neefjes, wordt gedwongen tot diezelfde mengeling van emotie en reflectie, van in het doek willen kruipen en er afstand van nemen. De toeschouwer wil niet alleen over haar schouder meekijken als ze iets maakt, maar ook met haar meedenken en meevoelen als ze iets gemaakt heeft. Zo komt hij toch weer op de plek waar hij hoort: tegenover het schilderij, dat zo verdomde eigenwijs is, omdat het teken naar eigen inzicht is gaan leven. Maria Neefjes maakt het ons niet gemakkelijk, overigens, evenmin als zichzelf. Wie in zo’n verfijnde techniek begint aan een doek van 6 meter hoog, die heeft moed. Wie dat doek als thema geeft: “De Tijd” die durft alles. Wie van zo’n werk een van haar mooiste schilderijen maakt, kan heel erg veel. “Tijd”: een zwaar beladen onderwerp, dat emoties los maakt, maar dat niet alleen met emotionaliteit gehanteerd kan worden. Volgens mij tikt dat thema in je hele werk.

Ik zou willen zeggen, dat Maria Neefjes aansluit bij een Noordelijke lijn, die via Dürer en de Hollandse zeventiende eeuw doorloopt tot in onze tijd. Hoe mooi haar schilderijen ook zijn, ze beperkt zich niet tot de sierlijke, lege vorm, zoals Giambologna. Ze maakt geen kunst die alleen over het maken van kunst gaat, zoals die van – nogmaals – Giambologna of – een ander voorbeeld – Andy Warhol.

Maria Neefjes kiest ook niet voor het concept, dat zijn vorm als een last met zich meesleept. Haar “Bildgedanken” zijn niet tot taal te reduceren, of tot een vorm die door een assistent zou kunnen worden uitgevoerd. In haar schilderijen is haar eigen hand te herkennen die een persoonlijk schrift neerzet, waarin een idee geleidelijk aan zichtbaar is geworden. Dat idee bestaat nooit los van de werkelijkheid, waarin ze haar uitgangspunt vindt. Uit de traditie komt de schildertechniek die Maria Neefjes toepast en die haar dwingt tot een langzame en bedachtzame werkwijze. De gelaagdheid en doorschijnendheid van de kleur op haar doeken komt voort uit een denkproces dat tegelijkertijd een handelingsverloop is. Ook haar onderwerpen komen uit de traditie: landschappen, tronies, stillevens, mythologische en religieuze thema’s. Ze hebben te maken met reizen en ontmoetingen en ze wisselen elkaar vrijelijk af. Om nogmaals Dürer aan te halen: Ein verstendiger, geübter Künstner … kan sein grossen Gwalt und Kunst … mer erzeygen … in geringen Dingen, dann mancher in seinem grossen Werk.

Men zou moeten onderzoeken hoe geringe Dingen en grosses Werk zich tot elkaar verhouden in Maria Neefjes’ werk. Wat mij daarin fascineert, is de spanning tussen de grote vorm die heel voorlopig in de eerste schets is aangeduid en de rijkdom aan détails die daar in het werkproces uit voortkomen. Zoals ik al aangaf, liggen de détails naast èn over elkaar. Elke penseelstreek maakt een deel van het oorspronkelijke plan onzichtbaar, wijzigt het, compliceert het. Uiteindelijk ontstaat een ragfijn evenwicht, waarbij de toeschouwer gedwongen wordt zijn aandacht telkens heen en weer te laten gaan tussen de détails die tot een geheel versmelten en het totaal dat zich in duizend détails verbijzondert. Wie zich de rust gunt om zo te kijken kan (tot op zekere hoogte) volgen hoe de denkende hand van Maria Neefjes iets monumentaals heeft gemaakt van zoiets kleins als een bloesemtak en hoe zij zoiets groots als het licht op Schiermonnikoog kan evoceren met talloze vlakjes kleur.

Wie zo gelukkig is een werk van Maria Neefjes te bezitten (en ik spreek uit ervaring) kan het Albrecht Dürer na zeggen, zonder gevaar voor misverstanden: “Dieses Bild hat Maria mir geschickt . . . . . dit schilderij heeft Maria Neefjes voor mij gemaakt om mij iets van haar denkende hand te laten zien en van haar schilderende geest en van de wereld waarin ze leeft”.

Dr. Lyckle deVries, kunsthistoricus

Dr. Hestia Bavelaar over Maria Neefjes

Maria Neefjes - MediterranAce
Maria Neefjes – MediterranAce

Maria Neefjes trekt zich niets aan van snel opkomende maar evenzo snel weer verdwijnende trends, maar concentreert zich uitsluitend op de kwaliteit van het werk zelf.

Haar werk kenmerkt zich door een combinatie van overdaad, uitbundigheid en beheersing. Bovendien neemt in haar werk het muzikale karakter een belangrijke plaats in. Die parallel ziet men in de complexe gelaagdheid van door elkaar lopende lijnen, vormen en rithmes.

Een gemeenschappelijke noemer die alle kunstwerken met elkaar verbindt is een begrip dat tegenwoordig bijna taboe lijkt te zijn geworden: schoonheid.

Dr. Hestia Bavelaar

Link Art Company over Maria Neefjes

maria-neefjes-liggende-vrouw
Maria Neefjes: Liggende vrouw

Sensualiteit van het lichaam en sensualiteit van materialen zijn steeds terugkerende elementen in het werk van Maria Neefjes. Torso’s worden sterk gestileerd en gaan een speciale relatie met de omringende ruimte aan. De organische vormen leveren enerzijds een spanningsveld op, met strakke decoratieve patronen, anderzijds vormen zij een eenheid met het interieur of landschap.

Maria Neefjes begint meestal met een vrij naturalistische tekening: gezichten, de houding van een lichaam, een benoembare ruimte. Dan komt de ordening van de elementen, de keuze; er blijft steeds minder van zo’n begintekening over. De kunstenares zoekt naar tekens en kleuren die met emoties verbonden zijn.

Het werk gaat over het vertalen van emoties en gebeurtenissen. De dimensie tijd wordt op losse schroeven gezet; vanuit verschillende plaatsen en tijden worden vormen opnieuw in tijd en ruimte bijeengebracht. Om die gevoelens te benaderen tracht Neefjes vormen en kleuren te vinden, beweging in lijnen, in de taal van een schilder.

Maria Neefjes heeft zich in haar kunst niet vastgebeten in één stijl. Verschillende benaderingen van de kunst zijn in haar oeuvre te vinden. Opvallend in haar werk is het speelse kleurgebruik dat voor elk doek of serie weer een eigen sfeerbepalend element wordt. Deze sfeer wordt nog versterkt door andere elementen in het werk, zoals strakke patronen en organische vormen, hier en daar gecombineerd met karakters die aan de Griekse Oudheid doen denken.

Link Art Company

Philip Peters, kunsthistoricus, over Maria Neefjes

Over Gesprek met de Maan, Gesprek in de Regen, Gesprek na de Liefde, Gesprek in April

Deze schilderijen van Maria Neefjes heten alle vier ‘Gesprek’. De iconografie is in alle vier de schilderijen gelijk: twee klassieke koppen beheersen het grootste deel van het beeldvlak tegen een achtergrond die bestaat uit verschillende vlakken. De abstractie van de ‘achtergrond’, de statische kwaliteit van de figua ratie en de haast symmetrische beeldopbouw op het bijna vierkante vlak geven de schilderijen een tijdloze, transcendente kwaliteit.

Gesprek In April.

De figuren, wel steeds een mannelijke en een vrouwelijke, worden niet tot personen, ze hebben een meer algemene, exemplarische functie, als een soort archetypen. Dat plaatst deze schilderijen in het verlengde van een oude traditie van gesprekken in de schilderkunst: die van de ‘SACRA CONVERSATIONE’.

Gesprek Na De Liefde.

Ook hier is sprake van een gesprek dat eigenlijk geen echt gesprek is: het lijkt alsof er niet gesproken wordt, maar geluisterd; het gesprek is een ‘stil’ gesprek. Ook hier wordt het gesprek uitgetild boven het alledaagse, anecdotische niveau naar een meer verheven, spirituele betekenis.

Gesprek Met De Maan.

Bij nadere beschouwing blijkt het begrip ‘achtergrond’ niet helemaal juist. Weliswaar is er op ieder doek sprake van een duidelijke tweedeling tussen de voornamelijk door contouren aangeduide koppen en de voornamelijk uit landschappelijke kleurvlakken bestaande ‘rest’ van het schilderij, de verhouding tussen deze twee beeldelementen is ingewikkelder dan een simpele verdeling in een voor- en een achtergrond. In feite is er sprake van ‘gelaagdheid’.

Gesprek In De Regen.

Hoewel de koppen over de kleurvlakken heen zijn aangebracht, doordringen beide lagen elkaar: de contouren van de koppen hebben zich als het waren in het ‘landschap’ geëtst en omgekeerd verschijnen kleurvlakkenen van dat ‘landschap’ door die contouren heen. Door die vrije manier van werken valt geen hiërarchie vast te stellen: ‘voor- en achtergrond’, koppen en landschappen, hebben een gelijke prioriteit, sterker: ze weerspiegelen elkaar als twee evenzeer onmisbare delen van het geheel en allebei staan ze in diens van de transcendente atmosfeer, die de dualiteit lijkt te willen overstijgen.

Philip Peters, kunsthistoricus

Margriet de Moor over Maria Neefjes

Margriet en Maria in de tuin Noordwijk.

TWEETAL.

Wij zijn samen opgegroeid. Maria en ik waren ‘Margriet en Maria’, in één adem genoemd in een gezin met tien kinderen waarin wij nummer vier en vijf waren. Een ideale positie, die privacy betekende want de oudsten werden als oudsten nu eenmaal erg serieus genomen door onze ouders, terwijl de jongsten als baby’s en kleuters het middelpunt waren van hun vertederde zorg.

Aangezien het huis met ook nog een inwonend dienstmeisje en vaak nog een oma overvol was, werden onze ruimte en tijd – de belangrijkste coördinaten in het leven – door onze moeder zeer strikt ingedeeld. Als ik denk aan de ruimte die ons tweeën thuis toekwam, verschijnt in mijn geest allereerst het ledikant op zolder waarin wij samen sliepen en doemt vervolgens de huiskamer op. Inderdaad: ik denk aan tafel -en – bed. Ons ledikant op zolder bevond zich op een plek die werkelijk niet gunstiger had kunnen zijn, namelijk naast een enorme kast met afgedankte boeken, met uit hun banden gevallen literaire meesterwerken die achter een gordijn waren weggestopt. We hoefden onze arm maar uit te steken of de liefdesgeschiedenissen en wraakexpedities kwamen al in ons directe bereik, samen met ons onder de dekens. De tafel stond natuurlijk beneden, midden in de huiskamer onder de lamp. Het is nu niet meer voor te stellen hoe rap een gezelschap van meer dan tien personen van de middagdis kan opstaan, borden en bestek afruimen, de tafel aan twee kanten inschuiven, smyrna kleed erover leggen en: klaar voor de twee meisjes die hun kleurpotloden en nieuwe schetsboeken al aandragen om de godganse woensdagmiddag te gaan zitten tekenen. Ja, we waren braaf, we waren zeer zoet, we stammen uit de tijd dat ouders nog tien kinderen kregen.

Tijgerlelies

Het leuke van tekenen is het métier. Ogen en handen gaan volledig samen en lossen al doende de gekste dingen op. Het fijne is ook de stilte met een beetje geluid, gekras, geritsel, gesnuf: er bestaat geen betere atmosfeer om een zeer speciaal soort denken op gang te brengen. Was er een technisch probleem – ik herinner me ons verlangen om een damespump zowel en profil als van bovenaf weer te geven –- dan overlegden we. Zoals we ook ‘s avonds en ‘s nachts over boeken beraadslaagden, die we erg mooi vonden, dat beslist, maar sommige hoofdstukken uit Madame Bovary of De Graaf van Monte Christo konden beter. Voor het overige ook dan weer geluiden: geritsel, gesnuf en een tijdloze stilte.

Ik denk dat wij elkaar in die jaren zonder het te weten een inspiratie hebben bezorgd die tot op de dag van vandaag aan de gang is. En dat we elkaar hebben gerustgesteld. Want kunst maken mag moeilijk zijn, het is vooral ook gevaarlijk vanwege de onherroepelijke stap die je hebt gedaan in een wereld die zich een tikje buiten de gangbare wereld bevindt en van zoiets kun je, zoals iedereen weet, gek, eenzaam of drankzuchtig worden. Dat wij in het begin met ons tweeën waren, elk binnen onze eigen verstrooidheid maar toch in intiem gezelschap, heeft ons voorgoed bemoedigd.

Maria is sindsdien verliefd op het kijken. Zij mobiliseert voor wat ze zeggen wil het zintuig oog. Ik ben een stuk kippiger en heb de omhaal van woorden nodig die, denk ik, uiteindelijk van de stem vandaan komen en zich dus richten op het oor. Maar het métier van onze handen bestaat nog altijd bij de gratie van potloden, pen, inkt, verf en papier: bij de uitgangspunten kortom, van onze jeugd.-

Margriet de Moor

Persbericht Expositie Doorgaande Lijnen in Pulchri

Maria Neefjes perbericht
Persbericht Pulchri
Maria Neefjes is schilderes in hart en nieren; leven zonder schilderen is voor haar niet denkbaar.

Na haar studie aan de Koninklijke Akademie voor Beeldende Kunsten bleef Maria Neefjes in Den Haag wonen, waar zij sinds 1982 werkt als zelfstandig beeldend kunstenaar. Ze reist veel; door het vertrouwde Europa, door Azië (met grote liefde voor Indonesië), Mexico, Australië, Noord Amerika, Noord Afrika, etc.

Alle gebeurtenissen in haar leven -inclusief de reis-indrukken- vindt men terug in haar werk. Jaarringen verraden het verleden van een boom en zo leest men doorheen de tijden in het werk van Maria Neefjes wat haar fascineerde en bezig hield.

Er zijn jaren waarop alleen werd getekend, jaren van grafiek en papier, jaren van het heerlijke schilderen op linnen. Maar hoe verschillend deze perioden ook zijn of hoe uiteenlopend de formaten en technieken, haar eigenheid springt gelijk in het oog; haar werk laat zich direct herkennen. Elk werk is vol intensiteit gemaakt, met soms ruimte voor speelse invallen waarbij niets te dol is en haar tempera/olieverf-schilderijen zijn meesterlijk met hun diep gloeiende kleuren en grote bewegingen.

Maria Neefjes schildert met het zoete enthousiasme en de vastberadenheid van diegenen wie een heldere, onstuitbare roeping gegeven is. Al haar werk lijkt een onophoudelijke viering van het bestaan, met alle mogelijke vrolijke en bittere gebeurtenissen, intens ervaren; misschien omdat je alleen maar iets kan delen of van iets kan genieten als dat tot op het bot is doorvoeld… Deze diepdoorvoelde oprechtheid, deze drang om de juiste stiltes en de exacte lijnen te zoeken, dat vermogen om elke dag weer te ontdekken wat er te ontdekken valt, zijn meer dan genoeg redenen om het scheppende werk van Maria Neefjes onvoorwaardelijk te bewonderen. En misschien dat haar werk beoogt ons op een nieuwe manier te laten kijken naar wat we als gezien veronderstellen maar wat we echter nauwelijks echt kennen of voelen.”

In dit citaat van Verónica Lope Fontagné, Cultureel attaché van Zaragoza (Sp.) herkennen wij haar. Maria Neefjes wijdde zich met veel plezier aan haar schildersopdrachten,genietend van haar voor-wetenschap over plek en licht. En al die tijd waren er jaarlijks terugkerende solo-exposities; veelal in Nederland maar ook in Spanje, Frankrijk, Verenigde Staten, België, Japan, Hong Kong, Portugal, Denemarken en het is niet verwonderlijk dat haar werk verspreid is over de hele wereld bij verzamelaars, musea en collecties.

Deze tentoonstelling in Pulchri is te zien van 1 t/m 22 september:
diverse thema’s uit diverse tijden en in diverse technieken.
Opening: 31 Augustus 2013 om 16.00u.
Pulchri Lange Voorhout 15
2514 EA Den Haag.

Ingrid van Santen, kunsthistorica, over Maria Neefjes

Maria Neefjes krijttekening
Maria Neefjes – krijtttekening
De krijttekeningen van Maria Neefjes bij Seasons Galleries zijn prachtig van kleur.

Zij legt zich toe op decoratieve patronen en daarbinnen neemt het naakt een belangrijke plaats in. De menselijke figuur wordt gestileerd weergegeven en gaat enerzijds op in zijn omgeving, anderzijds bepaalt hij de compositie. Maria Neefjes beweegt zich zowel op het vlak der abstractie als op het vlak der figuratie.

Omdat elke actie gestileerd is weergegeven is het beter te spreken over een pose, waarbij de erotiek onmiskenbaar is. Het langgerekte vrouwenlichaam in “Silk Stockings”, ligt er uitdagend bij met haar roze zijden kousen, waarop het ruitpatroon van de ondergrond reflecteert. In haar recente series “Het Kleed” en “Het Tapijt” verschuift haar aandacht naar patronen en is de menselijke figuur verdwenen.

Haagsche Courant
Ingrid van Santen, kunsthistorica

Roos van Put over Maria Neefjes

Maria Neefjes - Tulpen
Maria Neefjes – Tulpen
Ze spreekt bedachtzaam, denkt na over elk woord.

“Ik ben vrij naief en leg me graag neer bij raadsels; in de oplossing ben ik niet zo geinteresseerd.”

“Het is het mooiste vak in de wereld, het is een leven naast het gewone leven. Het is ook een onschuldig vak, je doet er niemand kwaad mee, hoogstens jezelf, als bepaalde dingen met het schilderen niet lukken.”

En wanneer ze de inhoud van haar werk moet duiden:

“Mijn inspiratie komt voort uit geluksmomenten in mijn leven.”

Licht en intens kleurgebruik?

“Die twee belangrijke elementen begeleiden me al vanaf mijn vroegste jeugd; ik ben opgegroeid in Noordwijk aan Zee en leefde als kind in het bijzondere Noordzeelicht en ook nog eens bij de de bollenvelden. Cadmium geel en cadmium rood waren ‘normale’ kleuren in dat land!”

Haagsche Courant 2004, Roos van Put

Maria Neefjes is op haar best, wanneer zij zonder reserve de diepste gevoelens op het doek in kleur en vlak vertaalt. Schilderkunst en passie vallen dan samen – Flora Stiemer, kunsthistorica (Algemeen Dagblad)

Alexander Münninghoff over Maria Neefjes

MARIA NEEFJES EN HET HAAGSE LICHT

Maria Neefjes houdt van schilderen. En van Den Haag. Het licht in de residentie, de mensen die goed bezig zijn maar dat niet van de daken schreeuwen, de ingetogenheid die de stad uitstraalt: het zijn zaken waarmee ze kunstzinnig prima uit de voeten kan.

‘Als je hier het strand opgaat, en je ziet die absoluut unieke kleurschakeringen van de Noordzee, dat is fantastisch gewoon.’

Samen met haar zuster, de schrijfster Margriet de Moor, kwam Maria Neefjes naar Den Haag. Zij ging naar de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, Margriet naar het Conservatorium.

“We kwamen van Noordwijk en wisten van niks. Zo provinciaals, dat kun je je niet meer voorstellen. Margriet en ik betrokken samen een appartement aan de Denneweg. Zoals we thuis in Noordwijk gewend waren, lieten we de deur ‘s nachts gewoon aanstaan. Op zekere nacht hoorden we gestommel op de trap; we kropen nog dieper onder de dekens. Maar het was de politie, die ons op het hart drukte de zaak af te sluiten. Dat soort dingen.”

“Vaak zaten we met een hele groep bij iemand op het atelier te luisteren naar een concertje door vrienden van het conservatorium. Of we discussieerden tot drie uur in de nacht – gepassioneerd – over kunst. Met niet meer dan een pot thee hoor. Want niemand had een stuiver te makken. Dat hoorde erbij; we gingen toen helemaal op in het perspectief van het nieuwe, en het materiële kwam op de tweede plaats.”

Het wezen van Den Haag?

“Deze stad hoort stil te zijn en is dat nu ook. Dat afzijdige, dat staat me wel aan. Maar intussen wordt hier goed gewerkt. Alleen wordt dat minder van de daken geschreeuwd.”

“Schilderen is erg aards”, vind Maria Neefjes, “je bent met je handen bezig, met grondstoffen, met verf.”

“Als ik op reis ben – en reizen vormen een van mijn grootste inspiratiebronnen – dan verricht ik altijd bodemonderzoek. Stenen, kiezels, schelpen: ik neem ze mee en leg ze neer in mijn atelier.”

Doorgaans, zo legt ze uit, werkt ze in blokken van tijd en thematiek.

“Meestal drie à vier maanden, maar dan ook verschrikkelijk intensief. En altijd in de lente en de zomer, want licht is van doorslaggevend belang. Het licht in Den Haag en omstreken is iets bijzonders. Als je hier het strand opgaat, en je ziet die absoluut unieke kleurschakeringen van de Noordzee, dat is fantastisch gewoon”.

“In de winter, als er minder licht is, maak ik mijn reizen. Ik heb al vroeg in mijn kunstenaarsleven gemerkt hoe belangrijk licht is en hoe verschillend het kan zijn. Voor het eerst zag ik dat, in al zijn glorie, tijdens een bezoek aan Portugal, in de streek rond het klooster van Beja. Die wonderlijke gloed die daar heerste! En na verloop van tijd weet je dat er bepaalde delen van de dag zijn waarop je vooral naar de lichtval en -intensiteit moet kijken. Tussen twaalf en twee bijvoorbeeld heeft dat, zeker in zuidelijke landen, geen enkele zin. Dan is het licht veel te plat. Ik vind het dan ook verstandig dat de meeste mensen in die periode hun siësta houden.”

Maria Neefjes maakt toegankelijk werk dat in de loop der jaren veel erkenning heeft gevonden en op tal van exposities te zien is geweest: van Amsterdam tot Hong Kong, van Denemarken tot Amerika en, recentelijk in de Galeria Principal Montcada in Barcelona. Het is werk dat opvalt door kleur, aardsheid en fascinerende sensualiteit. Het bijt niet, maar streelt. Het is niet beangstigend maar hartverwarmend.

“Ja, ik ben iemand voor harmonie. ‘En God zag dat het goed was’ – die zin hoort bij mij.”

DE WIJDE BLIK

Meisjes van Valmondois
Maria Neefjes – Meisjes van Valmondois

In het atelier van Maria Neefjes staren de ‘Meisjes van Valmondois’ de bezoeker aan met een blik die zowel langoureus als vol verwachting lijkt te zijn. Typisch de blik van jonge meisjes op de rand van het vrouw worden in hun laatste fase van weerloze onschuld.

Het blijkt een herinnering aan Maria’s eerste buitenlandse reis, samen met haar zuster Margriet. De dames waren toen 16 en 18 jaar oud en gingen een hele zomer logeren bij een vriend van hun vader die in het plaatsje Valmondois onder Parijs, een buitenhuis had.

“We verbleven daar in louter vrouwelijk gezelschap; vier dochters, een Duitse vriendin en mevrouw zelf, aangezien meneer alleen in de weekends uit Parijs overkwam. We lazen, musiceerden (in elke kamer stond een piano!) speelden tennis en vooral: we spraken eindeloos veel met elkaar. Over onze toekomst, over hoe alles zou zijn. Margriet en ik waren beiden vast van plan om hartstochtelijk te leven.”

Het is een herinnering om jaloers op te zijn, die tegelijkertijd landerige en tedere weken op het zondoorstoofde Franse platteland. En Maria is het kennelijk nog lang niet vergeten, want zij maakte dit schilderij nu pas, in 2001. Kleur en compositie van het doek maken het gemakkelijk om ook na een handjevol decennia dat dromerige meisjesboudoir van toen binnen te stappen. Zonder overigens ook maar een stap dichter bij de geheimen van het zusterverbond te komen.

Het ‘zusjesthema’, zoals zij dat zelf noemt, komt bij Maria Neefjes geregeld terug. “In die die zusjesportretten, kun je onze familietrekken enigszins herkennen met die hoge jukbeenderen en de neus, hoewel ik nooit naar gelijkenis streef. Het gaat om de sfeer en de emotie, het gelaat is dienstbaar als overbrenger van wat er zich allemaal om ons heen afspeelt. Ik schilder wel gezichten, maar maak die ondergeschikt aan het schilderij dat me voor ogen staat, aan de kleur en het licht. En zo hoort het ook, uiteindelijk gaat het om het schilderij. Vaak ben ik erop uit een gezicht vooral anoniem weer te geven en kom daardoor nog weleens uit bij de archetypen van de klassieke beelden.”

Het valt op dat veel van haar portretten met een zichtbare mond vol tanden staan, de lippen enigszins van elkaar.

Maria Neefjes: “Lippen zijn mooier als ze zich ontspannen en niet op elkaar geperst zijn. En tanden vind ik spannend omdat ze zo dierlijk zijn. Schilderen is tenslotte de meest dierlijke, de meest aardse der kunsten. De wereld van het beeld is heel oer, die komt nog vóór de vertaling naar klank, vóór het formuleren van woorden.”

In haar doeken komen vaak landschappen voor die samen met de gezichten als het ware ineen vloeien tot een aangrijpend tableau. Eigenlijk schildert Maria Neefjes portretten als landschappen.

Alexander Münninghoff – Haagsche Courant: 28 augustus 1999