Wim van Cleef in gesprek met Maria Neefjes.
Maria Neefjes exposeert ‘Liefdeskamers’.
In het centrum van Den Haag, op een middag in maart spreek ik met Maria Neefjes in haar atelier. De zon versterkt de nog matige temperatuur.
Ze exposeert van 16 juli tot en met 14 augustus 2022 in de Voorhoutgalerie van Pulchri Studio.
Maria groeit op in een leraarsgezin in Noordwijk aan Zee waarin veel aandacht is voor muziek en literatuur. Ze volgt de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag waar ze sommige docenten zeer inspirerend vindt, zoals schilderdocenten Co Westerik en Rein Draijer en leraar etsen Dirk van Gelder.
‘Op de academie leerde ik veel van Dirk van Gelder: aquatinten vol prachtige structuren met nuances in zwart, donkergrijs en lichtgrijs. Daar genoot ik van, omdat ik zelfs in zwartwit schilder blijf. Ik ben lang blijven etsen, (ook in kleur), ondanks dat het maakproces zo “middeleeuws” langdurig is!’
Haar overige docenten bekijken vrouwelijke studenten meewarig.
‘Kamer Met Passiebloem.’
De rondom geschilderde rand benadrukt een besloten ruimte; de kamer.
Alles in dit doek lijkt te bewegen. Dwars over het midden onder het hoofdeinde van een zwart ledikant waar een vrouw ligt vol overgave. De passiebloem beheerst het doek, stamper en meeldraden vliegen los omhoog en in de rand vind je die terug, samen met druppels.
Maria laat me de map met gouaches zien die ze op haar komende tentoonstelling gaat presenteren: ‘Behalve één schilderij, laat ik een serie gouaches zien die ik nog niet eerder getoond heb en die waarschijnlijk daarom nog samen bewaard bleef en niet uit elkaar is verkocht.
Hierdoor zie je ook hoe bezeten ik mezelf kan begraven in een thema, iets anders bestaat dan niet.
In tegenstelling tot mijn landschappelijk breed uitgemeten werk, komt de omsloten ruimte van de ‘Kamer’ geregeld voor in mijn werk. Met de ‘de Liefdeskamers’ schuif ik de toeschouwer zeker in een bepaalde richting maar meer niet, verder mag men het zelf invullen. In deze werken gebruik ik kleuren die ik zelden zo, nachtelijk en donker, gebruik. Ik ben het met Armando eens dat in een ruimte soms wat er vooraf gebeurde, nog voelbaar is.’
De Liefdeskamers zijn omsloten nachtelijke werelden waarbij je bijna lichamelijk de geuren proeft van bloemen: passiebloem, tulpen, irissen.
Ateliers.
‘Toen ik qua werk goed in mijn vel begon te zitten, in het begin van de jaren tachtig, had ik veel verschillende mooie ateliers, bijvoorbeeld een enorme ruimte in de voormalige “Haagse Hopjes”-fabriek op de Waldorpstraat (een gebouw dat tegen de vlakte ging omdat de hele omliggende buurt werd afgebroken).’
Ze heeft ook warme herinneringen aan haar jaren in de ‘Spanjaardshof’ aan het Westeinde: ‘Mijn ruimte daar was bijna religieus van sfeer: wanden van vijf meter hoog die met een luie boog naar de vloer liepen, drie ramen op het noorden en een lantaarn op het dak waarin zonlicht bovenin ronddraaide. Ik heb er grote en spannende werken gemaakt.
De sfeer was fijn. Kunstenaars ondersteunden elkaar, mede omdat het in de winter niet warm te stoken was, dan gingen we koffie drinken bij wie het het warmste was.’
Reizen en het dagelijks leven.
Kleur is het uitgangspunt voor het intense werk van de Haagse kunstenaar Maria Neefjes.
Vanwege de nabijheid van de zee, het Noordzeelicht, bleef ze steeds aan de kust wonen.
Tijdens haar vele reizen slaat ze indrukken op in haar visueel archief en maakt schetsen, maar ze werkt het liefst met stille concentratie in haar atelier, dan vermengen reis-indrukken zich met indrukken over gebeurtenissen die tegelijkertijd in haar leven spelen.
‘Als ik lang op reis was, kon ik soms niet wachten tot ik weer thuis in het atelier kon beginnen.’
Haar werk wordt vanaf de jaren tachtig regelmatig getoond en verkocht, ook via kunsthandelaar Menno Derk Doornbos. Maria exposeert in Groningen, Den Bosch, Amsterdam, maar ook in Hong Kong, Tokio, Barcelona en Zaragoza (Spanje), Antwerpen, Kopenhagen en de VS.
Ze doet geregeld mee met ledententoonstellingen van Pulchri Studio in Den Haag.
Tegenwoordig maakt ze afwisselend schilderijen, gouaches en pasteltekeningen.
Opdrachten.
Ze voert graag opdrachten uit, zoals bijvoorbeeld ‘De Tijd en De Zee’, schilderij van 12 meter hoog voor de Dudok-aula van Crematorium Velsen, ‘Euridice’, (3 doeken van 3×2,5m) voor Crematorium Dieren waar ook haar serie ‘Gesprekken’ hangt. De ‘Waterlelies’ (3 doeken van 2×2,5m) voor Waterschap Amstel/Gooiland. “Fortuna’s Touch’ (2x6m) voor een effectenbank in Amsterdam.
Opdrachten in de openbare ruimte blijven een terzijde voor Maria Neefjes.
Muurschilderingen in Scheveningen en Den Haag, een plafondschildering voor het stadhuis van Rijswijk, de Kolenroute langs de kaden van Den Haag .
Soms sluiten die opdrachten mooi aan op haar vrije werk uit dezelfde periode (‘Kamer met Stenen’), wanneer Maria in 1991 een tuin van stenen aanlegt onder een gebouw van Woningbouwvereniging ’s-Gravenhage, met een neon-tekening die van de voorkant over het dak naar de achterkant van het gebouw loopt en daardoor deel uitmaakt van onze ‘skyline’.
Elk onderdeel van het werk is even belangrijk.
In haar schilderijen begint ze met de compositie in tempera, die ze vernist en daaroverheen komen meerdere olieverflagen. Daardoor bereikt ze die enorme helderheid en transparantie in de verflagen.
Maria plaatst zichzelf in de Europese schildertraditie, waarbij ze denkt aan Paul Gauguin. Bij Pierre Bonnard geniet ze verrukt van zijn meerkleurig licht:
‘Zij spreken als het ware diezelfde taal als die waarmee ik mij probeer uit te drukken.’
Nieuwe liefdes en nieuwe vriendschappen kunnen het karakter van haar werk drastisch omgooien.
‘Ik werk naar thema’s, die terug kunnen komen, waarbij ik ze telkens van een andere kant benader.
Voor haar thema’s maakt Maria Neefjes uitgebreid gebruik van intense kleuren, van ornamenten en symbolen, die gevoelens van opgetogenheid, bescherming, of juist bedreiging oproepen. Bloemen en planten zoals irissen, passiebloemen en amaryllissen vormen een belangrijk aanvullend bepalend beeldelement, zodanig dat het werk deel uitmaakt van een nieuwe werkelijkheid.
De enige diepte van haar werk zit in de verflagen, geen perspectief. Op sommige plekken is de verf dunner dan elders en zie je het linnen door de verf heen.
‘Het ene onderdeel van het werk is voor mij niet belangrijker dan het andere. Er is geen achtergrond of voorgrond in de compositie; het is een geheel, álles is van belang.
Soms laat ik dingen zien die terloops gebeuren. Ook in ons leven is het spannend als iets niet precies is wat het lijkt. Het raadsel fascineert me meer dan de oplossing.’
Maria wil dat haar werk het beeldende verhaal vertelt:
‘Het is visuele kunst. Het moet niet nodig zijn eerst een heel boekwerk te lezen om te zien hóe je naar mijn werk moet kijken. Als het werk af is en er vreemde ogen naar kijken ben ik klaar, dan is het van de toeschouwer die er zelf het eigen verhaal bij vindt.’
Maria Neefjes exposeert graag in de Voorhoutgalerie:
‘Ik vind het de mooiste plek van Pulchri Studio voor het tonen van kleiner en intiemer werk.’
Wim van Cleef