Solotentoonstelling Maria Neefjes: NABIJ
Voorhoutgalerie – 13 juli t/m 4 augustus 2024
Opening
Zaterdag 13 juli 2024 om 17.00 uur
Locatie
Pulchri Studio
Lange Voorhout 15
2514 EA Den Haag
Open: dinsdag – zondag van 12 – 17 uur
Voorhoutgalerie – 13 juli t/m 4 augustus 2024
Zaterdag 13 juli 2024 om 17.00 uur
Pulchri Studio
Lange Voorhout 15
2514 EA Den Haag
Open: dinsdag – zondag van 12 – 17 uur
Wim van Cleef in gesprek met Maria Neefjes.
In het centrum van Den Haag, op een middag in maart spreek ik met Maria Neefjes in haar atelier. De zon versterkt de nog matige temperatuur.
Ze exposeert van 16 juli tot en met 14 augustus 2022 in de Voorhoutgalerie van Pulchri Studio.
Maria groeit op in een leraarsgezin in Noordwijk aan Zee waarin veel aandacht is voor muziek en literatuur. Ze volgt de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag waar ze sommige docenten zeer inspirerend vindt, zoals schilderdocenten Co Westerik en Rein Draijer en leraar etsen Dirk van Gelder.
‘Op de academie leerde ik veel van Dirk van Gelder: aquatinten vol prachtige structuren met nuances in zwart, donkergrijs en lichtgrijs. Daar genoot ik van, omdat ik zelfs in zwartwit schilder blijf. Ik ben lang blijven etsen, (ook in kleur), ondanks dat het maakproces zo “middeleeuws” langdurig is!’
Haar overige docenten bekijken vrouwelijke studenten meewarig.
De rondom geschilderde rand benadrukt een besloten ruimte; de kamer.
Alles in dit doek lijkt te bewegen. Dwars over het midden onder het hoofdeinde van een zwart ledikant waar een vrouw ligt vol overgave. De passiebloem beheerst het doek, stamper en meeldraden vliegen los omhoog en in de rand vind je die terug, samen met druppels.
Maria laat me de map met gouaches zien die ze op haar komende tentoonstelling gaat presenteren: ‘Behalve één schilderij, laat ik een serie gouaches zien die ik nog niet eerder getoond heb en die waarschijnlijk daarom nog samen bewaard bleef en niet uit elkaar is verkocht.
Hierdoor zie je ook hoe bezeten ik mezelf kan begraven in een thema, iets anders bestaat dan niet.
In tegenstelling tot mijn landschappelijk breed uitgemeten werk, komt de omsloten ruimte van de ‘Kamer’ geregeld voor in mijn werk. Met de ‘de Liefdeskamers’ schuif ik de toeschouwer zeker in een bepaalde richting maar meer niet, verder mag men het zelf invullen. In deze werken gebruik ik kleuren die ik zelden zo, nachtelijk en donker, gebruik. Ik ben het met Armando eens dat in een ruimte soms wat er vooraf gebeurde, nog voelbaar is.’
De Liefdeskamers zijn omsloten nachtelijke werelden waarbij je bijna lichamelijk de geuren proeft van bloemen: passiebloem, tulpen, irissen.
‘Toen ik qua werk goed in mijn vel begon te zitten, in het begin van de jaren tachtig, had ik veel verschillende mooie ateliers, bijvoorbeeld een enorme ruimte in de voormalige “Haagse Hopjes”-fabriek op de Waldorpstraat (een gebouw dat tegen de vlakte ging omdat de hele omliggende buurt werd afgebroken).’
Ze heeft ook warme herinneringen aan haar jaren in de ‘Spanjaardshof’ aan het Westeinde: ‘Mijn ruimte daar was bijna religieus van sfeer: wanden van vijf meter hoog die met een luie boog naar de vloer liepen, drie ramen op het noorden en een lantaarn op het dak waarin zonlicht bovenin ronddraaide. Ik heb er grote en spannende werken gemaakt.
De sfeer was fijn. Kunstenaars ondersteunden elkaar, mede omdat het in de winter niet warm te stoken was, dan gingen we koffie drinken bij wie het het warmste was.’
Kleur is het uitgangspunt voor het intense werk van de Haagse kunstenaar Maria Neefjes.
Vanwege de nabijheid van de zee, het Noordzeelicht, bleef ze steeds aan de kust wonen.
Tijdens haar vele reizen slaat ze indrukken op in haar visueel archief en maakt schetsen, maar ze werkt het liefst met stille concentratie in haar atelier, dan vermengen reis-indrukken zich met indrukken over gebeurtenissen die tegelijkertijd in haar leven spelen.
‘Als ik lang op reis was, kon ik soms niet wachten tot ik weer thuis in het atelier kon beginnen.’
Haar werk wordt vanaf de jaren tachtig regelmatig getoond en verkocht, ook via kunsthandelaar Menno Derk Doornbos. Maria exposeert in Groningen, Den Bosch, Amsterdam, maar ook in Hong Kong, Tokio, Barcelona en Zaragoza (Spanje), Antwerpen, Kopenhagen en de VS.
Ze doet geregeld mee met ledententoonstellingen van Pulchri Studio in Den Haag.
Tegenwoordig maakt ze afwisselend schilderijen, gouaches en pasteltekeningen.
Ze voert graag opdrachten uit, zoals bijvoorbeeld ‘De Tijd en De Zee’, schilderij van 12 meter hoog voor de Dudok-aula van Crematorium Velsen, ‘Euridice’, (3 doeken van 3×2,5m) voor Crematorium Dieren waar ook haar serie ‘Gesprekken’ hangt. De ‘Waterlelies’ (3 doeken van 2×2,5m) voor Waterschap Amstel/Gooiland. “Fortuna’s Touch’ (2x6m) voor een effectenbank in Amsterdam.
Opdrachten in de openbare ruimte blijven een terzijde voor Maria Neefjes.
Muurschilderingen in Scheveningen en Den Haag, een plafondschildering voor het stadhuis van Rijswijk, de Kolenroute langs de kaden van Den Haag .
Soms sluiten die opdrachten mooi aan op haar vrije werk uit dezelfde periode (‘Kamer met Stenen’), wanneer Maria in 1991 een tuin van stenen aanlegt onder een gebouw van Woningbouwvereniging ’s-Gravenhage, met een neon-tekening die van de voorkant over het dak naar de achterkant van het gebouw loopt en daardoor deel uitmaakt van onze ‘skyline’.
In haar schilderijen begint ze met de compositie in tempera, die ze vernist en daaroverheen komen meerdere olieverflagen. Daardoor bereikt ze die enorme helderheid en transparantie in de verflagen.
Maria plaatst zichzelf in de Europese schildertraditie, waarbij ze denkt aan Paul Gauguin. Bij Pierre Bonnard geniet ze verrukt van zijn meerkleurig licht:
‘Zij spreken als het ware diezelfde taal als die waarmee ik mij probeer uit te drukken.’
Nieuwe liefdes en nieuwe vriendschappen kunnen het karakter van haar werk drastisch omgooien.
‘Ik werk naar thema’s, die terug kunnen komen, waarbij ik ze telkens van een andere kant benader.
Voor haar thema’s maakt Maria Neefjes uitgebreid gebruik van intense kleuren, van ornamenten en symbolen, die gevoelens van opgetogenheid, bescherming, of juist bedreiging oproepen. Bloemen en planten zoals irissen, passiebloemen en amaryllissen vormen een belangrijk aanvullend bepalend beeldelement, zodanig dat het werk deel uitmaakt van een nieuwe werkelijkheid.
De enige diepte van haar werk zit in de verflagen, geen perspectief. Op sommige plekken is de verf dunner dan elders en zie je het linnen door de verf heen.
‘Het ene onderdeel van het werk is voor mij niet belangrijker dan het andere. Er is geen achtergrond of voorgrond in de compositie; het is een geheel, álles is van belang.
Soms laat ik dingen zien die terloops gebeuren. Ook in ons leven is het spannend als iets niet precies is wat het lijkt. Het raadsel fascineert me meer dan de oplossing.’
Maria wil dat haar werk het beeldende verhaal vertelt:
‘Het is visuele kunst. Het moet niet nodig zijn eerst een heel boekwerk te lezen om te zien hóe je naar mijn werk moet kijken. Als het werk af is en er vreemde ogen naar kijken ben ik klaar, dan is het van de toeschouwer die er zelf het eigen verhaal bij vindt.’
Maria Neefjes exposeert graag in de Voorhoutgalerie:
‘Ik vind het de mooiste plek van Pulchri Studio voor het tonen van kleiner en intiemer werk.’
Wim van Cleef
Hein Dik in gesprek met Maria Neefjes.
“Verwondering en verlangen, daar gaat mijn werk over,”, zegt ze. Maria Neefjes heeft naam gemaakt met werk dat verleidt dankzij diep gloeiende kleuren en vloeiende vormen. Haar stijl balanceert tussen herkenbaar en abstract. Dat ze heeft gereisd, zie je terug in veel van haar schilderijen.
“Geel”, zegt ze. Geen aarzeling. Enthousiast: “Ik begin bijna altijd met geel. Het is de kleur van God, het is zoiets lichts, zoiets moois…” Ze leidt me rond door haar twee ateliers in een Haags herenhuis. De ene ruimte is voor werk op papier, de andere voor olieverfschilderijen. Ze is tenger, maar tilt resoluut schilderijen op of trekt witte lakens van de doeken.
Ben je tevreden dat je schilderes bent geworden?
“Ja, zeker. Toen ik jong was, wist al dat ik schilderes wilde worden. Ik heb wel leren praten, maar dat heeft toch jaren geduurd. Ik kan eigenlijk niet goed praten, zie alles meer in beeld. Wat dat betreft ben ik het tegendeel van mijn zus Margriet de Moor, die schrijfster is geworden en juist alles doet met taal.”
Waar werk je op het ogenblik aan?
“Ik heb net een periode afgesloten waarin ik pastels maakte. Eén van mijn onderwerpen was een reis naar Oekraïne en de Krim. Met een groep vrienden hebben we een treinreis geregeld voor onze trip langs de Zwarte Zee: Odessa, Jalta, Sebastopol, Russische havensteden en badplaatsen op de Krim en de Oekraïne. De onlangs overleden schrijver en vriend Alexander Münninghoff was de organisator, hij sprak vloeiend Russisch en was onze tolk.”
Je houdt van reizen?
“Ik ben erg lang alleen geweest, woonde iets van 35 jaar alleen. Voor het werk van een schilder is dat natuurlijk prima. Ik had al wel lange tijd een verhouding met mijn huidige man en tijdens die verhouding maakten we erg lange reizen, dan waren dan dag en nacht bij elkaar, hoewel we apart woonden. Reizen had echt een dubbele betekenis: het onderzoeken van de wereld en het onderzoeken van onze relatie.”
Je houdt erg van Indonesië?
Mijn eerste man, de componist Otto Ketting, had Indonesisch bloed. Met hem ben ik er nooit geweest, maar ik las erover en hoorde veel verhalen. Later reisde ik geregeld naar Indonesië, daar was aanvankelijk alles onbekend en raadselachtig voor mij.”
Wat sprak je daar aan als schilderes?
“In Indonesië is alles intens visueel. Ze mogen dan arm zijn, maar als je die mensen ziet in hun duizend keer gewassen, verschoten sarongs met de heerlijkste patronen, dan zie je schoonheid. Mijn ‘Tempel Op Bali’ vind ik nog steeds één van mijn mooiste Indonesische schilderijen. Dat vochtige, heiïge licht is er goed in getroffen. Ik heb een paar doeken over die tempel gemaakt en ook een paar over tempelwachters. Bij het vijfde schilderij was ik dat tropische licht kwijt en werd het qua kleur toch weer een Hollands schilderij.”
Je werk is ook persoonlijk?
Het heeft een autobiografische kant en familieverhalen komen te pas. Die familieverhalen herken ik ook in het werk van mijn zus.
Eén van mijn neven was stuurman op de wilde vaart. Ze voeren naar havensteden om te lossen. Hij wist nooit tevoren met wat voor lading hij terug zou komen, of zelfs wanneer. Ik stelde me zo’n huur-kamertje van een zeeman voor: een kleine kamer met een raampje, een vrouw, een asbak en een fles drank. Zes havensteden die ik allemaal ooit zelf bezocht, nam ik in gedachten: Bangkok, Marseille, Casablanca, Antwerpen, Soerabaja, Istanboel. Over elke stad maakte ik steeds twee schilderijen, op het ene dat kamertje met de vrouw die daar gevangen zit en daarnaast een buitenschilderij.”
Wat voor emotie is het om onderweg te zijn?
“Het fijne van op reis zijn is dat je volstrekt alleen bent. Je bent niet meer dan de ruimte die je inneemt en het koffertje dat je bij je hebt. Meer is er niet. Ik heb onderweg veel getekend en geschilderd. Op een gegeven moment merkte ik dat ik alsmaar de abstracte kant van het landschap zocht en steeds op dezelfde dingen uit was.”
Soms vind ik je werk ironisch: de lampenbrenger bijvoorbeeld?
Glimlach: “Ja, dat is een zeer ongepaste figuur die zomaar bij je binnenkomt om een lamp te brengen.”
Of de namiddagvrouw?
“Dat zijn twee schilderijen. Op de ene zie je een geklede vrouw, op het ander is ze naakt. Ze zijn eigenlijk gemaakt naar aanleiding van –nou ja, excuseer, dat is natuurlijk een grote naam – Goya. Hij heeft de geklede- en de naakte Maya gemaakt. Bij de namiddagvrouw zie je dat het vier uur is. Sësta-tijd. Maar je ziet ook een bos tulpen, dus dat is weer heel Hollands. Ja, een glimlach mag er ook zijn.”
Vertel eens iets over je aanpak?
“Ik begin meestal met geel, een kleur die me veel energie geeft. Ik maak geen klassieke onderschildering, maar zet de compositie direct op met caseïne-tempera, een verf die je met water kunt vermengen en die snel droogt. Je kunt caseïneverf overigens niet goed bewaren, want het wordt keihard. Mijn favoriete caseïne koop ik in Greenwich Village, in NYC.
Dat geel is voor mijn eigen plezier hoor, want daarna wordt zowat alles overgeschilderd in de kleuren waarmee ik het schilderij wil maken. De vorm wordt dan min of meer vastgelegd in caseïne-tempera. Na een paar dagen drogen komt er een laag gekleurd vernis overheen. Die laag bepaalt de sfeer van het doek, zoals de duiding mineur of majeur in muziek. Na een paar verschrikkelijke weken van wachten tot de vernislaag droog is, komt het schilderen met olieverf.
Ik gebruik nooit traditioneel perspectief, omdat ik vormen en lijnen eerder naast elkaar zie. Ik bekijk de wereld alsof je er boven hangt, alsof je een plattegrond ziet. Bij mij komt de diepte ook wel vanuit de verf; heel dun of juist aangezet in vele lagen en ik laat zien dat het leven doorgaat naast het schilderij: de lijnen lopen het doek uit.”
Er zijn heel wat kunstenaars die me inspireren, maar ik heb nooit het idee dat ik het precies zo wil doen. Voel me verwant met de blik van Gauguin; bij hem tref ik dezelfde idee over diepte. Als hij een vrouw schildert, dan ligt de rivier om haar hoofd en de bomen groeien uit haar schouders.
Je hebt internationale waardering gekregen?
“Ja, ik heb het geluk gehad sinds 1982 van mijn werk te kunnen leven. Ik heb met galeries gewerkt in de VS, Hongkong, Spanje, Denemarken, België. Maar ook in Nederland,Den Haag, Amsterdam, Den Bosch, Groningen, kreeg ik mooie tentoonstellingen en opdrachten. Geweldig was het om voor de aula van Dudok in het crematorium Velsen een zes meter hoog schilderij te maken: ’De Tijd en de Zee’ en in crematorium Dieren hangen behalve de drie Euridice-doeken, ook drie van mijn ‘Gesprek-schilderijen’: ’Gesprek met de Maan’, wat ik één van mijn beste werken vind, ‘Gesprek na de Liefde’ en ‘Gesprek in de Lente’.”
Ondanks je reizen houd je van het Hollandse licht?
“Ja. Ik ben opgegroeid in Noordwijk en ben gehecht aan Nederland, wat vind ik het hier mooi! Deze winter reed ik van Schiphol naar huis en zag die met stro afgedekte, geploegde velden. Elke millimeter van dit land in handen geweest, er is iets mee gedaan.
Het mooiste licht is ons Noordzeelicht, ongelooflijk genuanceerd. Prachtig.”
www.marianeefjes.nl
I am rather pleased about this recently finished painting, but still trying to find an appropiate title…
It is the second one of three works with the same theme: the anxious night-thoughts.
In this picture I painted seven heavens, different levels in the night; layers of pain, longing and anxiety.
The first heaven is the infinite wide space of the sky hovering above with her moon and stars so far, far away that it makes you feel lost and lonely, as you can feel at night when you’re the only one to lie awake.
The second heaven is about the disturbance of people with their never ending criticism and opinions.
I painted the teeth in their mouths while they are judging everyone.
Then comes the third heaven with the floating clouds of my dreams.
The fourth heaven is the endless sea who puts my small human life in perspective.
The fifth is a not defined dark-red bow.
In the sixth heaven are the flames of my regrets and desires.
And finally in the seventh heaven, safely wrapped up like a christmas baby, guarded by the protecting quiet silhouette (red) of my sleeping companion,
I lie awake open eyed next to my shade-face of darkness.
The house cat, animal of the night and mistress of our place, doesn’t sleep either.
In her own pride she never tells anything, never shares her secrets with anyone.
Cat’s head is in the heaven with flames and fire of longing and desire,
But her little body is wrapped up safely against my silent body, just as we use to rest each night.
What I consider the best thing however, is the way I succeeded to maintain the atmosphere, the intimacy, undisturbed by a composition of strong movements and strong colours.
Although I painted for months on this work you can still spur the feeling of the first idea, the spontaneous design left almost transparent in her first wash of paint and varnish.
This transparency also brings this strange haze in the colours. The faded night colours they use in films, suggesting darkness, comes to your mind.
The seven heavens are different, but at the same time they are similar, due to my brushstrokes and the use of intense shady colours.